vrijdag 4 juni 2010

Lente met een barst

Geïnspireerd door een prachtig gebed wat Rianne ons voorlas over genieten en stilstaan, zit ik met m’n laptop in de zon.

Ooit gezien hoe de blaadjes van de vrouwenmantel zich in het voorjaar ontvouwen? Ze waren als een harmonica opgevouwen en je ziet de vouwranden nog zitten in het prille blad. Is je het randje van de blaadjes opgevallen, een fijn zaagachtig randje , waarvan de tandjes gemaakt lijken te zijn om de dauwdruppels op te vangen en vast te houden.

Een lief klein meisje is net zo verheugd over die voorjaarswonderen als ik. Her en der liggen de hyacinthen op de grond. We proberen ze nog te redden, maar zo opgesloten in een vaasje tieren ze niet meer. Leven nog zo pril in de knop stilgezet, we hoorden er in ons team van. Het heeft ons allen stil gezet. Verlies en verdriet staat in zo’n schril contrast met het uitbundige voorjaar. Des te duidelijker wordt het ons weer hoe gebroken de schepping is. Ook in de gezinnen waar we mee mogen optrekken en in ons eigen leven lopen we er regelmatig tegenaan. Dat paradijs waar we van dromen is er nog niet. Tussen de bloemen gaan brandnetels schuil.

In MDFT leren we hoe belangrijk het is om in sommige situaties eerst met mensen stil te staan bij (oude) pijn, omdat dit een blokkade kan zijn voor verandering. Het klinkt zo logisch maar éénmaal aan het werk voelen we dat het niet voor niets verleidelijk is om lekker oplossingsgericht aan het werk te gaan. We zien het al aan de vrienden van Job, één of drie hoofdstukken lang troosten lukt nog wel, maar dertig hoofdstukken lang met iemand in een tranendal zitten…..

Het confronteert ons met onze eigen kwetsbaarheid, want pijn en verdriet, het overkomt ons allemaal. Hoezo professioneel gepaste afstand houden, als het verhaal van de ander je tot tranen beroert en je diepste angsten losmaakt. Vorige week nog zat ik met tranen in de ogen bij een verdrietige moeder en liet een lange stilte vallen omdat ik van alles weg moest slikken. Ongewild een hele therapeutische interventie, want zo’n stilte helpt de cliënt nog meer in dat gevoel te duiken, waar ze in de hectiek van de dag of door de onmacht van de omgeving niet meer aan toe kunnen of durven komen. Of door de angst overweldigd te worden. Wat we ook vaak horen of zelf ook kennen. Als ik dat losmaak, als ik die kraan openzet dan is het einde nog niet in zicht, dan komt er een oceaan van tranen. Soms is het ook wijs om eerst dammen en dijken aan te leggen, een veilige omgeving te scheppen, gedragsmatig te werk te gaan. Soms is het zaak ons eigen rugzakje in te kijken en ons af te vragen wat onze eigen belemmeringen zijn. Eigen oud zeer bewerken. En is dat niet iets wat van tijd tot tijd terug komt? Als hulpverleners moeten we het doen met onszelf, we zijn zelf ons gereedschap en als zodanig hebben we regelmatig onderhoud nodig. Waarbij ik me dan elke keer schuldig afvraag of ik niet eigenlijk de sterke hulpverlener moet zijn, kwetsbaarheid lijkt hier haaks op te staan.

Een New Wine seminar met Norman Viss heeft mij hier erg bij geholpen. “Rentmeester zijn van je gebrokenheid” : Lijden en verdriet overkomt je en het kan je bij de kladden nemen. Maar in de loop van de tijd kun je hiervan rentmeester worden, zoals we anderen ook willen dienen met onze gaven en talenten. Juist door onze eigen verliezen kunnen we anderen hierin nabij zijn, steunen en troosten. Onze kwetsbaarheid word dan onze kracht.

Vat dit niet op als zo’’n bekende stoplap, zoals die moeder mij vertelde: een docent had haar toegevoegd dat zoon nu maar eens aangepakt moest worden, die vader was al drie jaar geleden overleden, het moest nu maar eens klaar zijn.

Wij gaan alleen over onze eigen gebrokenheid, wij kunnen anderen niet opleggen wat voor betekenis zij aan hun lijden moeten geven. Wij zouden voor God spelen door te zeggen dat Hij vast een bedoeling met andermans lijden heeft. Te veel mensen hebben daardoor God uit hun adresboek geschrapt. Ieder heeft zijn eigen proces, zeker als het over rouwen gaat. Dertig hoofdstukken lang zouden we mee moeten durven huilen als het nodig is. Dat kunnen we vast niet altijd opbrengen, laten we bidden dat we dan de moed opbrengen om dat eerlijk onder ogen te zien en daarvoor weer bij anderen steun te zoeken.

Genade is het als we ten slotte het licht in de barst mogen ontdekken. Die barsten blijven, de pijn verdwijnt niet. Maar daarin schittert het licht als was het een diamant. “There’s a crack, a crack in everything. Thats where the light gets in.” (Leonard Cohen)